Als kind heb ik mijn vader dikwijls zijn verhaal horen vertellen over zijn verwondingen tijdens de oorlog.
Natuurlijk is het moeilijk om dit verhaal hier neer te schrijven zonder enige vorm van bewijs.
Het enige wat ik in mijn bezit heb is het volgende document:
Hier kwam ik te weten dat hij diende bij het 20e Linie Regiment.
Dan vond ik onderstaande brief terug.
Dit deed me vermoeden dat er meer gegevens moesten zijn over mijn vader.
Daarom stelde ik die vraag aan de Dienst Stamboek in Evere.
En uiteindelijk kreeg ik inzicht in het dossier van mijn vader!
Hierin vond ik een brief die mijn vader geschreven had voor een aanvraag tot het bekomen van een Eervolle Vermelding als Oorlogsinvalide 40 -45.
Hij vernoemt hier naar een bijlage van een officier van zijn eenheid.
En ook die brief heb ik nu in mijn bezit en bevat de bevestiging van wat mijn vader vertelde!!!
Hier vond ik inderdaad de bevestiging van het verhaal van de verwondingen van mijn vader.
Mijn vader was korporaal op dat moment stukoverste van een mitrailleur.
Tijdens een luchtaanval door Duitse Stuka's had een bomscherf zijn schoen van zijn linker voet doorboord!
In volgend document staan nog meer gegevens.
Blijkbaar was het gebeurd op het moment dat men loopgrachten aan het maken was.
Nadien (onder pt 8) zien we dat mijn vader werd afgevoerd naar, waarschijnlijk een veldhospitaal, bij een dokter van het 4e bataljon.
Twee van zijn strijdmakkers, Corthouts en Mertens, getuigen over de verwondingen van mijn vader:
Hier een voorbeeld van een schutterpositie zoals mijn vader bemande.
Het machinegeweer is een Maxim:
In een volgend document kan men zien wat er verder met hem gebeurde:
Alhoewel mijn vader zijn verwonding opliep op 20 mei werd hij pas op 25 mei opgenomen in een ziekenhuis in Brugge!
Een reis van 5 dagen!!!
Het antwoord hierop heeft hij me verteld toen ik een kleine jongen was en wil ik hier weergeven:
We werden gebombardeerd door Duitse Stuka duikbommenwerpers.
Ik zag dat verschillende van mijn kameraden gedood werden. (Voor meer info klik hier)
Ikzelf ben gaan lopen en hield even later schuil achter een dikke boom.
Toen ik even bij mijn positieven kwam zag ik bloed aan mijn laars.
Ik heb deze uit gedaan maar zag dat het niet goed was.
Er kwamen andere soldaten toegelopen en die brachten mij bij een dokter.
Deze verzorgde de wonde maar zei dat mijn grote teen door een bomscherf was afgesneden.
Eerst werd ik overgebracht naar een veldhospitaal in Torhout.
Ik werd dan overgebracht naar een treinwagon van het Rode Kruis.
Daar heb ik 5 dagen in verbleven. Soms werd de trein verplaatst.
Mijn wonde werd gedurende die 5 dagen niet verzorgd. Als er bloed door het verband kwam werd er nog een verband omgewikkeld.
Op een gegeven moment werd ook onze trein door vliegtuigen beschoten.
We lagen allemaal in stapelbedden en lieten ons op de grond vallen.
Beneden aan de zijkant van de wagon waren stalen platen die ons enige bescherming gaven.
Eten en drinken kregen we bijna niet.
Wat koekjes, water en soms soep, en om de zoveel tijd werd er met een wc-pot rond gegaan.
Niet alleen om onze behoefte te doen maar vooral om over te geven...
De meesten waren dan ook zwaar gewond en doodziek!
Uiteindelijk zijn we in Brugge aangekomen waar ik in een ziekenhuis werd onderzocht.
De dokter nam al de verbanden weg, rook aan mijn voet en zei: je hebt geluk gehad... we moeten je been niet amputeren!
Uiteindelijk werd hij op 24 juni 1940 met onbepaalde verlof naar huis gestuurd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb